In deze Verantwoording komt aan de orde:
- Tarotkaarten, scenario’s en trends
- Hoeveel megatrends zijn er?
- Onderscheidend en robuust
- Breed onderzoek, maar toch…
- Geen terugblik, wel lessen
-
Tarotkaarten, scenario’s en trends
Wie een blik wil werpen in de toekomst heeft grofweg drie keuzen. De eerste is te vertrouwen op tarotkaarten, handlezen of de glazen bol.
Een tweede mogelijkheid is uit te gaan van scenario’s. Bij scenarioplanning is de meest gebruikelijke werkwijze om een beperkt aantal hoofdvariabelen te duiden, die in combinatie meestal vier verschillende toekomstbeelden schetsen. Een voorbeeld van scenario-onderzoek: In 2030 – Vier vergezichten van economen van de Rabobank (2011). Aan die studie liggen twee sleutelonzekerheden ten grondslag. De eerste is de dimensie harmonie versus conflict. De tweede sleutelonzekerheid gaat over evolutie of revolutie. De combinatie leverde vier scenario’s op: schokkend samen, dynamisch divers, trage twist en vloeiend vooruit. Het voordeel van een dergelijke aanpak is dat ver in de toekomst kan worden geblikt, in het voorbeeld van de Rabobank tot 2030. Dat betekent dat veel veronderstellingen worden gedaan en mogelijkheden opengelaten en dat is tegelijk ook het nadeel. De scenario’s zijn allemaal min of meer waarschijnlijk, anders waren ze niet gekozen. Zij dienen dan ook niet om te voorspellen, maar om keuzemogelijkheden in kaart te brengen. Om dezelfde reden verdienen ze een evenwichtige uitwerking en omdat nooit alle scenario’s kunnen uitkomen, is het deel van het werk als voorspelling dus achteraf altijd overbodig geweest.
Een derde mogelijkheid is trendbeschrijving. De kern van die werkwijze is het doortrekken van bestaande ontwikkelingen: wat gebeurt er al om ons heen en hoe zou de wereld er uitzien als dat zo doorgaat? De toekomst als verlengde van het heden. Het voordeel is daarmee dat trends voor het oprapen liggen én vaak herkenbaar zijn. Daar staat tegenover dat trends lang niet altijd eenduidig zijn, of zo pril dat het niet zeker is of zij zullen doorzetten en in welke onderlinge samenhang. Ook voor trendbeschrijving geldt de planningsparadox: hoe groter de behoefte om vooruit te zien, des te lastiger is de prognose.
Voor Zeven Megatrends heb ik net als in de vorige versie gekozen voor trendbeschrijvingen, onder het motto description is the best prediction. Ik heb geprobeerd de trends genuanceerd te beschrijven in de zin dat ook tegentrends en relativeringen aan de orde komen. Hypes en piekinteresses van consumenten heb ik geprobeerd te vermijden. Maar je weet maar nooit.
‘Zoals bekend zeggen toekomstvoorspellingen vaak meer over de tijdsgeest en de preoccupaties van het moment waarop ze worden opgesteld dan over de toekomst’.
Paul de Beer, De arbeidsmarkt in 2014, 2016, p. 8
Tot slot is nog het onderscheid tussen trends en de tijdgeest van belang. Strikt genomen zetten zuivere trends zich in de toekomst altijd door. De tijdgeest verandert echter; in de moderne westerse samenleving meestal in een periode van zo’n 15 tot 20 jaar. Misschien beschrijft een deel van de zeven megatrends wel de tijdgeest. Dat geeft niet, want het zijn nog steeds trends, alleen in een veranderend tijdsbeeld.
-
Hoeveel megatrends zijn er?
In De WERKelijkheid van morgen (2006) onderkende ik samen met mijn mede-auteur Saliha zeven megatrends. Vijf jaar later onderscheidde de Londense hoogleraar Lynda Gratton er vijf; de ‘driving forces’. En weer vijf jaar later komt Stegeman (Rabobank, te vinden op de rabobank.nl) er ook tot vijf. Onderstaande tabel geeft een overzicht.
Van der Heijden (2006) | Gratton (2011) | Stegeman (2016) |
Digitaler | Technology | Demografie |
Grenzelozer | Globalisation | Duurzaamheid |
Pluriformer | Demography and longevity | Geopolitiek |
Onzekerder | Society | Innovatie |
Verantwoordelijker | Energy Resources | Economie |
Vitaler | ||
Ondernemender |
Inhoudelijk benoemen de drie publicaties min of meer dezelfde ontwikkelingen. En of er nu 5, 6 of 7 megatrends zijn, dat maakt voor ons doel – aanzetten tot reflectie – niet zoveel uit. Ten slotte is het ook een kwestie van groeperen van ontwikkelingen onder één noemer. Het belangrijkste is dat alle belangrijke ontwikkelingen worden onderkend. En daarvan ben ik overtuigd.
Een tweede verschil tussen de drie genoemde trendbeschrijvingen is dat ik heb gekozen voor ‘-er’; ‘Digitaler, Grenzelozer’ enzovoort, terwijl Gratton en Stegeman hun trends benoemen als terreinen van de belangrijkste ontwikkelingen. Gratton benoemt bijvoorbeeld ‘Society’ als trend en Stegeman ‘Innovatie’. Ik heb gekozen voor ‘-er’, omdat daarmee naar mijn mening krachtiger de richting van een trend tot uitdrukking komt. Soms wringt dat een beetje, zoals bij de trend Grenzelozer waar sprake is van zowel méér als minder grenzen.
-
Voldoende onderscheidend en robuust
Ik beschrijf de trends als zeven aparte trends, op grond van de overtuiging dat de trends onderling voldoende onderscheidend zijn. Onderlinge verbanden tussen de trends zijn er natuurlijk volop. Het is niet voor niets dat de trend Digitaler als eerste wordt behandeld. De digitale revolutie beïnvloedt alle overige trends in meer of mindere mate. Zo draagt digitalisering bij aan het grenzelozer worden van organisaties (trend 2), aan het vitaler blijven door vooruitgang in de medische wetenschap (trend 6) en aan nieuwe mogelijkheden om te ondernemen (trend 7). Digitalisering is een soort moedertrend, een driver. Omwille van overzichtelijkheid en begrijpelijkheid heb ik de beschrijving van Digitaler niet volgepropt met alle relaties, maar noem ik die bij de respectievelijke andere trends. Hier en daar heb ik keuzen gemaakt of een ontwikkeling meer bij de ene of bij de andere trend hoort.
Megatrends zijn per definitie robuust. Ze beschrijven immers de majeure ontwikkelingen in de wereld en in dit boek vooral in Nederland. Dat de digitalisering doorzet, is zonder twijfel. Ook de overige zes trends zijn dominante ontwikkelingen. Maar geopolitieke ontwikkelingen en onverwachte, zeldzame gebeurtenissen met een grote impact, de zogenoemde zwarte zwanen, kunnen de trends sterk beïnvloeden. De val van de Sovjet-Unie, de terroristische aanslagen van 11 september 2001, de financiële crisis, de Arabische Lente en de opkomst van IS zijn door weinigen voorspeld, maar hebben de internationale omgeving permanent veranderd (Stegeman, p.8). Hetzelfde geldt voor de Brexit en de verkiezing van Trump. Ook de toekomst van Nederland en van werk en werken in Nederland, kan niet los gezien worden van de rest van de wereld.
Over de volgorde van de beschrijving van de trends valt te twisten. Op de start met Digitaler na, is de volgorde min of meer willekeurig.
De diepgang van de beschrijving van de trends en subtrends verschilt. Over de ene trend is meer te melden dan over de andere, maar over de ene trend ís ook al meer gezegd dan over een andere en waren mijn bronnen dus rijker. De omvang van een trendbeschrijving houdt echter geen verband met de impact van een trend.
-
Breed onderzoek, maar toch…
Ik heb de trends gebaseerd op tientallen boeken, stapels onderzoeksrapporten en op honderden krantenartikelen. Mijn research-assistent Melissa en ik zochten 10-tallen websites af. Via de bronvermeldingen heb ik geprobeerd recht te doen aan de oorspronkelijke auteurs en denkers.
Hoe breed ik mijn zoektocht ook heb ingezet, hoe objectief ik ook heb geprobeerd te zijn; de bronnen waar ik uit heb geput blijven een selectie en de woordkeuzen subjectief. Elke kleuring die mij is ontsnapt, is volledig voor eigen rekening. Eén keuze verdient in dat licht aparte vermelding. Veel literatuur en voorbeelden zijn in de eerste plaats Nederlands en daarna vooral Amerikaans en niet Deens, Duits of Chinees. Dat is bewust én opportunistisch. Bewust, omdat dit boek primair gericht is op onze Nederlandse samenleving. En als de Verenigde Staten niet ons voorland zijn, dan toch in elk geval een spiegel. Opportunistisch in de zin dat ik uiteraard toegang had tot een enorme hoeveelheid Nederlandse informatie. En Engels leest gemakkelijker dan Deens.
Natuurlijk was de verleiding groot om toch nog dat ene artikel op te sporen of die ene literatuurlijst uit te pluizen. Ook al staan trends nooit stil, elk project heeft per definitie zijn einde. Deze trendbeschrijving is daarom bevroren op 5 januari 2017, dus vóór de Nederlandse parlementsverkiezingen.
-
Géén terugblik, wel lessen
Ik had de neiging om te evalueren wat er is ‘uitgekomen’ van de trends die ik samen met Saliha Bochhah ruim 10 jaar geleden beschreef in De WERKelijkheid van morgen. Ik heb dat niet gedaan. De belangrijkste reden is dat ik vooruit wil kijken, niet achteruit. Het vorige boek heeft veel discussie opgeleverd en tot reflectie aangezet. Het heeft zijn doel gediend.
De vorige versie is niettemin op verschillende wijzen herkenbaar in de nieuwe. Zo zijn de overwegingen voor de keuze van trendbeschrijvingen in plaats van scenario’s dezelfde. En de zeven trends en meerdere subtrends komen geactualiseerd terug. Het zijn niet voor niets megatrends.
Toch heb ik lessen getrokken die de opzet en omvang van deze nieuwe versie mede hebben bepaald. In de eerste plaats kom ik in dit nieuwe boek sneller tot de inhoud. Daarom staat deze verantwoording op de site en niet vooraan in het boek. In de tweede plaats wilde ik korter en krachtiger zijn. Ik vind veel managementboeken te dik. De boodschap kan ook met een onsje minder. Ook de literatuurlijst en de honderden noten zijn op de site beschikbaar.